Planschade

Algemeen

Planschade ontstaat als een huis of een stuk grond minder waard wordt door een bestemmingsplan. Bijvoorbeeld als de gemeente vlakbij een woonwijk een snelweg laat aanleggen. U kunt dan een financiële tegemoetkoming aanvragen bij de gemeente.

Hoe werkt het?

Planschade kan op 2 manieren ontstaan:

  • Uw huis of pand is minder waard geworden door het plan. Dit noemen we waardevermindering onroerende zaak.
  • Uw onderneming heeft minder inkomsten door het plan. Dit noemen we inkomensderving.
Tegemoetkoming planschade

Om in aanmerking te komen voor tegemoetkoming in planschade zijn 2 zaken van belang:

  • U kon de schade niet verwachten toen u het huis of de grond kocht.
  • U hebt op nog geen andere manier een tegemoetkoming gekregen.

U krijgt een tegemoetkoming als het niet terecht is dat u de schade zelf moet betalen of de schade niet verzekerd is.

Er geldt een eigen risico van (minimaal) 2 procent bij:

  • waardevermindering van de onroerende zaak
  • inkomensderving

Wat moet ik doen?

Een tegemoetkoming in de planschade moet u aanvragen door het aanvraagformulier "Aanvraagformulier tegemoetkoming in de planschade" in te vullen en op te sturen naar de gemeente. Dit formulier kunt u hieronder downloaden of ophalen of aanvragen bij de gemeente.

Wanneer u een tegemoetkoming in de planschade aanvraagt, moet u een drempelbedrag van € 300,00 betalen. U krijgt dit hele bedrag weer terugbetaald als uw aanvraag voor tegemoetkoming in de planschade vergoeding wordt toegekend. Uw aanvraag wordt echter pas in behandeling genomen als u het bedrag heeft betaald. Meer hierover staat in de ontvangstbevestiging, die u krijgt nadat de gemeente uw aanvraagformulier heeft ontvangen.

Als uw aanvraag in behandeling wordt genomen, stuurt de gemeente aanvraag op naar een onafhankelijke planschade-adviseur (als planschade-beoordelingscommissie). Deze adviseur beoordeelt uw verzoek en stelt u in de gelegenheid een mondelinge toelichting te geven op uw verzoek. Ook gaat deze adviseur ter plaatse kijken. Vervolgens brengt deze adviseur een voorlopig advies uit, waarop u en de gemeente kunnen reageren.

Daarna volgt er een definitieve advies, dat u toegestuurd krijgt. Het college van Burgemeester en wethouders beslist vervolgens op uw verzoek. De beslissing van het college krijgt u toegestuurd. In de begeleidende brief staat hoe u verder bezwaar kunt maken als u het niet eens bent met de beslissing van het college.